De eisen voor noodverlichting op een rijtje.
Noodverlichting is noodzakelijk: op het moment dat door brand de stroom uitvalt, moet de verlichting in het pand gewoon blijven werken. U kunt zich voorstellen dat er speciale installaties nodig zijn om dat mogelijk te maken, die onder andere goed bestand zijn tegen hitte. Voor noodverlichting gelden dan ook een aantal eisen en voorwaarden. Welke zijn dat? En waar moet u – bij het kopen van noodverlichting – in de praktijk rekening mee houden als u beslissingen maakt over het aanleggen van die verlichting?
Regels en normen voor de noodverlichting
Er is een directe relatie tussen de betrouwbaarheid van de noodverlichting en de brandveiligheid. De verlichting moet altijd inschakelen op het moment dat de stroomvoorziening hapert en maakt het mogelijk voor burgers of werknemers om de uitgang veilig te vinden. De regels rondom noodverlichting zijn te vinden in de Arbowet enerzijds en in het Bouwbesluit anderzijds. Deze besluiten verwijzen naar normen als NEN, EN, IEC en ISSO. Die publicaties maken wettelijke kaders, normen, aanbevelingen en randvoorwaarden voor noodverlichting inzichtelijk. Ze bieden bijvoorbeeld voorschriften voor de installatie en de pictogrammen.
Eisen noodverlichting volgens het Bouwbesluit
In het Bouwbesluit zijn de minimale eisen opgenomen rondom veiligheid en gezondheid. Daar horen ook eisen rondom noodverlichting bij. U dient zich te houden aan de voorschriften in dit Besluit. Artikel 6.3 bevat de volgende regels:
- Een verblijfsruimte voor meer dan 75 personen en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte voert, hebben noodverlichting.
- Een onder het meetniveau gelegen functieruimte als bedoeld in artikel 6.2, tweede lid, heeft noodverlichting.
- Een besloten ruimte als bedoeld in artikel 6.2, vierde lid, heeft noodverlichting.
- Een wegtunnelbuis heeft noodverlichting.
- Noodverlichting als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid geeft binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit gedurende ten minste 60 minuten een op een vloer, een tredevlak of een hellingbaan gemeten verlichtingssterkte van ten minste 1 lux.
Voorschriften noodverlichting volgens de Arbowet
In de Arbowet worden eisen opgenomen rondom veilig werken. Het uitgangspunt is dat de werkgever zorg moet dragen voor zijn werknemers en dat hij verantwoordelijk is voor de veiligheid van eveneens bezoekers en leveranciers van een gebouw. Goede noodverlichting is daarbij ook een belangrijk punt van aandacht. Nooduitgangen en vluchtwegen moeten toegankelijk én goed zichtbaar zijn onder alle omstandigheden; ze moeten adequaat staan aangegeven met vluchtrouteaanduiding en vluchtwegverlichting. Zeker werkplekken waarop het risico op brand hoger is, moeten volgens de Arbowet voorzien zijn van noodverlichting. Als werkgever bent u dus verplicht om ervoor te zorgen dat de veiligheid in het gebouw in orde is en dat iedereen in een noodsituatie veilig het gebouw kan verlaten. Het Arbobesluit geeft met concrete regels invulling aan de Arbowet en past de NEN-EN 1838 toe als norm voor het begrip ‘adequate noodverlichting’.
Europese normen
Naast het feit dat er noodverlichting moet zijn, zijn er ook Europese eisen aan de vorm van die verlichting. Het gaat hier om een praktische uitwerking en een handleiding van de wet. Er zijn een aantal Europese normen rondom noodverlichting. Deze gaan onder andere over de eisen aan zichtbaarheid. Ook worden er productnormen gesteld aan de armaturen en aan de voedingssystemen. Noodverlichtingsonderdelen hebben meestal een ENEC-markering, waaraan je kan herkennen dat er aan deze normen wordt voldaan.
Meer weten over noodverlichting? Neem contact op
Als u noodverlichting aanlegt, is het wel fijn als u ook zeker weet dat deze werkt op het moment dat het nodig is. Neem daarom contact met ons op. Wij staan u graag te woord over de beste oplossingen qua verlichting, en over de normen, waarden en regels waar deze aan moet voldoen.